Lensinplanten

Voor de zeer hoge bijziende (meer dan -10 Dioptrie) en de zware verziende (meer dan +5 Dioptrie) is het beste alternatief voor de bril de contactlens. Toch zijn er naast de contactlens nog andere mogelijkheden namelijk het inplanten van een lens in de voorste oogkamer met behoud van de eigen lens, het inplanten van een lens in de achterkamer op de eigen lens of het verwijderen van de heldere lens en het vervangen ervan door een lensinplant met de juiste sterkte. Deze technieken houden uiteraard hun specifieke risico's in.

Lensinplanten winnen de laatste jaren aan populariteit. Lensimplantatie biedt een alternatief voor bril of contactlenzen voor grote optische afwijkingen of afwijkingen die niet met behulp van de excimerlaserbehandelingen kunnen verholpen worden. In de praktijk is dat vooral bijziendheid van meer dan 9 Dioptrie of zware verziendheid, voor zover het oog aan de technische vereisten voldoet om een dergelijke ingreep te ondergaan. Indien er na de lensimplantatie nog steeds een optische afwijking overblijft, meestal gering of matig astigmatisme, dan kan deze resterende optische afwijking in tweede tijd, door middel van een laserbehandeling gecorrigeerd worden. Dit noemt men "BIOPTICS". Er bestaan twee verschillende categorieën lensimplantaties:

  1. Lensimplantatie met behoud van de eigen lens.
  2. Lensimplantatie na verwijderen van de eigen lens

De kostprijs van lensinplanten kan u vinden door hier te klikken.

Het inplanten van een lens met behoud van de eigen lens.

Sinds enige tijd worden bij zeer hoge myopen, of, uitzonderlijk bij verzienden, die voldoende ruimte hebben tussen hoornvlies en eigen lens, lenzen voor het regenboogvlies of net achter het regenboogvlies ingebracht. Deze lenzen kunnen bevestigd worden in de voorste oogkamer hetzij door middel van pootjes die in de hoek tussen hoornvlies en regenboogvlies worden geklemd, hetzij door middel van twee zogenaamde kreeftenscharen, waarmee de lens aan de iris opgehangen wordt, hetzij in de achterkamer (dus achter de iris) als een soort contactlens, die op de eigen lens geplaatst wordt, zonder dat deze echt in contact komt met de lens en die dus wel degelijk achter het regenoogvlies wordt ingebracht. Er zijn dus 3 verschillende soorten zogenaamd fake (dus met behoud van de lens; fakos is Grieks voor lens) lenzen, wiens fixatie in het oog op een ander principe berust.

  • De voorkamerlens
    Bij de voorkamerlens worden de pootjes van de lens geklemd worden tussen iris en hoornvlies. Dit soort lens bestaat reeds geruime tijd en is het eerste type lens dat met succes bij bejaarde mensen werd gebruikt ter vervanging van de natuurlijke lens, die ,ten gevolge van vertroebeling (ouderdomscataract), werd verwijderd. Op heel lange termijn heeft men echter vastgesteld dat dit soort lenzen aanleiding kan geven tot een verhoogde druk in het oog (glaucoom) enerzijds en tot een niet meer te recupereren vertroebeling van het hoornvlies anderzijds en dit door een geleidelijke maar progressieve aantasting van de celletjes aan de binnenkant van het hoornvlies. Deze celletjes aan de binnenkant van het hoornvlies noemt men het endotheel. Deze celletjes hebben het kenmerk zich niet meer te kunnen delen bij beschadiging en hebben dus slechts zeer beperkte herstelmogelijkheden. Nochtans is dit endotheel van essentieel belang voor het behoud van de doorzichtigheid van het hoornvlies, omdat deze continu vocht uit het hoornvlies wegpompen, waardoor het hoonvlies transparant blijft. Indien het aantal endotheelcellen daalt onder een kritisch niveau van ongeveer 1000 cellen per mm², dan gaat op den duur het hoornvlies zwellen, gaat de onderlinge structuur met de kenmerkende schikking van de collageenvezels verloren en treedt er vertroebeling van het hoornvlies op. Dit type lens  is dan ook waarschijnlijk niet de beste keuze om de bijziendheid weg te werken. Meerdere fabrikanten hebben dergelijke lenzen op de markt gebracht, maar deze werden naderhand terug van de markt gehaald omwille van deze verwikkeling die vaak pas na jaren, soms zelfs pas na 10 jaar optreedt. Dit type fake lenzen is in België nooit erg populair geweest en dit vooral omdat heel wat cataract chirurgen in de jaren ’80 heel wat van die lenzen bij hoogbejaarde cataractpatiënten hebben ingeplant en dit euvel dus na jaren herhaaldelijk hebben moeten vaststellen. Eens de vertroebeling opgetreden is, kan de vertroebeling enkel ongedaan worden gemaakt door het uitvoeren van een gecombineerde operatie, waarbij een hoornvliestransplantatie gecombineerd wordt met het explanteren van de oorspronkelijke lens. De resultaten van deze ingewikkelde gecombineerde operaties, was bovendien vaak erg teleurstellend. Alcon, een belangrijke fabrikant van lensinplanten, zou binnenkort een nieuwe dergelijke lens op de markt brengen met een eigen design van pootjes en in plooibaar hydrofoob acrylaat. Volgens deze fabrikant zouden deze gekende problemen niet voorkomen. Ook het vervormen van de pupil bij een correct geplaatste lens zou volgens deze fabrikant ook niet voorkomen.
  • De kreeftenschaarlens
    De kreeftenschaarlens, ook  "(lobster claw lens" genaamd, merknaam Artisane, Artiflex of Verisys) wordt ook in de voorste oogkamer ingeplant, maar wordt op een andere manier in het oog verankerd, Deze lens heeft twee zogenaamde kreeftenscharen, waartussen het optiek ligt. Deze kreeftenscharen worden gebruikt om een plooitje van de iris vast te nemen en aldus de lens voor de pupil vast te houden. Dit soort lenzen geeft geen verhoogd risico op  chronisch open hoek glaucoom (matig verhoogde oogdruk die aanleiding geeft tot geleidelijke en progressieve aantasting van het gezichtsveld). Wel wordt het implanteren van een kunstlens in de voorste oogkamer steeds gecombineerd met een zogenaamde iridectomie. De iridectomie is de naam voor het maken van een minuscuul gaatje in het bovenste gedeelte van het regenboogvlies. Bij de kreeftenschaarlens is het risico op vertroebeling van het hoornvlies op langere termijn beduidend lager. Indien men een voorkamer lens in het oog laat plaatsen, dan is het in ieder geval noodzakelijk om de twee jaar de endotheelcellen te laten tellen met behulp van een speciaal fotografisch toestel. De endotheelcellen van het hoornvlies zijn de cellen die zich aan de binnenzijde van het hoornvlies bevinden en die ervoor zorgen dat het hoornvies doorschijnend blijft. Het aantal endotheelcellen vermindert immers lang voordat het hoornvlies vertroebelt, zodat dit een duidelijke aanwijzing geeft of er op langere termijn al dan niet een risico op hoornvliesvertroebeling bestaat. Er bestaat dus een ruime marge tussen de periode waarop een vermindering van het aantal endotheelcellen kan worden vastgesteld en het ogenblik waarop het hoornvlies daadwerkelijk troebel wordt. Dit laat eveneens toe de lens tijdig te verwijderen, alvorens er echte problemen ontstaan. Dit type lens werd ontwikkeld door de Groningse oogarts Prof. Jan Worst en werd reeds in de jaren zeventig gebruikt. De effecten van dit type lens op lange termijn zijn dus genoegzaam bekend.
    Alvorens over te gaan tot het inbrengen van een dergelijke Artisane; Artiflex of Verisys lens, moet wel nagegaan worden of er voldoende endotheelcellen zijn en of er voldoende ruimte is tussen regenboogvlies en binnenkant van het hoornvlies (of endotheel). Dit laatste zal zelden een probleem zijn bij de bijziende wiens oog groter is dan normaal, maar vaak een probleem zijn voor de verziende wiens oog kleiner en korter is dan normaal en bij wie er wel contact zou kunnen optreden tussen lensinplant en endotheel. Het tellen van de endotheel cellen voor de ingreep is overigens ook van belang, vermits elke manipulatie in de voorste oogkamer (wat gebeurt tijdens de operatie) steeds aanleiding zal geven tot een verlies van een aantal endotheelcellen. Bovendien is het hevig wrijven in de ogen, zoals sommige mensen bij het ontwaken doen,  bij dit soort lenzen ten stelligste af te raden.
  • De implanteerbare contactlens.
    De implanteerbare contactlens wordt achter het regenboogvlies geïmplanteerd, dus in de achterkamer, net voor de bestaande lens. Dit soort lenzen wordt ondertussen reeds meer dan 10 jaar ingeplant. Bij deze lenzen moet er steeds een laagje water tussen lensinplant en lens blijven, zo niet kan er vroegtijdig cataract optreden (vertroebeling van de eigen lens). De ingreep waarbij deze lens wordt ingebracht is vrij eenvoudig. Dit soort lenzen is van het plooibare type en kan via kleine insneden ingebracht worden (3,2mm) waarbij de lens in het oog mooi ontplooit en de lensranden achter de iris moeten worden geplaatst. Voor een goed resultaat op langere termijn, is de grootte van de lens van enorm belang: te kleine lenzen maken contact met de eigen lens en kunnen aanleiding geven tot cataract, te grote lenzen kunnen de zonula vezels van de eigen lens aantasten (de vezeltjes waaraan de lens opgehangen is en die verbonden zijn met het spierweefsel in de oogwand om de lens boller te maken bij het kijken dichtbij) en kunnen zo decentreren. Groot voordeel van dit soort lenzen is dat het explanteren of verwijderen van dit soort lenzen eveneens een eenvoudige ingreep is. Voor zover er geen ernstige verwikkelingen zijn, is deze ingreep omkeerbaar, zij het met verlies van een aantal endotheelcellen. Indien er echter cataract is opgetreden, dan zal deze moeten geopereerd worden.

Plooibare, sferische en torische lenzen.

Tegenwoordig bestaat dit soort lenzen in plooibare vorm waarbij ze via kleine insneden in te brengen zijn en bestaan er tevens torische vormen, dus met ingebouwde cilinders voor correctie van bijziendheid of verziendheid in combinatie met (regelmatig) astigmatisme.

Het inbrengen van een lens met behoud van de natuurlijke lens biedt het voordeel dat de normale accommodatie blijft behouden. Dit wil zeggen dat men na de operatie in staat is (tot de leeftijd van 45 jaar) zowel voor ver als voor dicht te kijken dankzij het onbewuste scherpstelsysteem van de natuurlijke lens. Deze techniek wordt reeds meerdere jaren toegepast met goed resultaat.

Mogelijke verwikkelingen bij het inplanten van kunstlenzen

  • Infectie
    Uiteraard houdt het inplanten van een kunstlens risico's in. In de eerste plaats is er het risico op infectie, Dit is steeds een zeer ernstige verwikkeling, die gelukkig zelden voorkomt. Vermits de lens in het oog wordt geplaatst, is er risico op infectie binnen in het oog, wat steeds een zeer gevaarlijke situatie is en kan leiden tot het functioneel verlies van het oog. Deze infectie treedt op binnen de 78 uur na de ingreep. Schimmelinfecties kunnen later optreden, maar zijn nog zeldzamer.
  • Astigmatisme
    Er is een risico op (regelmatig) astigmatisme (vervorming van het hoornvlies die een optische afwijking veroorzaakt die door middel van een bril op te vangen is). Dit is vooral het geval voor de harde lensinplanten, die, door het feit dat deze niet plooibaar zijn, een insnede van 6 mm vereisen, in tegenstelling tot de plooibare varianten die voldoende hebben aan een insnede van 3,2 mm en minder aanleiding geven tot vervorming van het hoornvlies. Het manueel dichtnaaien van een hoornvlies bij insneden groter dan 3,2 mm veroorzaakt bijna steeds een zekere mate van licht tot matig astigmatisme, dat in de meeste gevallen in de 6 weken die volgen op de ingreep, kan bijgestuurd worden door het al dan niet verwijderen van de draadjes.
    Anderzijds laten torische lensinplanten toe om vooraf bestaand astigmatisme te corrigeren. Voor zover er voldoende ruimte is tussen lens en hoornvlies kan aldus zelfs de grootste optische afwijking permanent gecorrigeerd worden.
    Te verwachten is dat op termijn ook multifocale lensimplanten op de markt zullen komen.
  • Cataract
    De lensinplanten die achter het regenboogvlies worden geplaatst, kunnen bij contact met de lens, aanleiding geven tot vorming van cataract. Bij de andere soorten lensinplanten is vroegtijdig optreden van cataract zeer uitzonderlijk.
  • Acuut glaucoom
    Plots optredende verhoogde oogdruk (acuut glaucoom) is beschreven na elk type lensinplant, en kan in principe vermeden worden door zorgvuldige chirurgie (iridectomie).
  • Verlies aan endotheelcellen
    Lenzen die ingeplant worden voor het regenboogvlies, vereisen om de 2 jaar een controle van de endotheelcellen. Van deze lenzen is immers bekend dat zij aanleiding kunnen geven tot progressieve vermindering van het aantal endotheelcelletjes, die essentieel zijn voor het behoud van de transparantie van het hoornvlies. Voor de kreeftenschaarlens is dit verlies gering, voor de lens met pootjes in de hoek tussen regenboogvlies en hoornvlies, is dit verlies aanzienlijk. Het verlies van endotheelcellen is op termijn dus potentieel gevaarlijk.

Het inbrengen van een kunstlens kan zowel onder plaatselijke als onder algemene verdoving. De ingreep zelf duurt slechts 15 minuten. Dit soort ingrepen wordt niet terugbetaald door het ziekenfonds.

Het inplanten van een lens in het lenskapseltje na verwijderen van de eigen lens.

De technische term voor dit soort ingrepen is de "clear lens extractie". Hierbij wordt de eigen lens vervangen door een lensinplant met aangepaste sterkte. Heel lang is er onder oogartsen zware kritiek geweest op dit soort ingrepen. Het risico van dit soort ingrepen werd als onverantwoord beschouwd. Gaandeweg is de operatietechniek geperfectioneerd, waardoor de kritiek, dat dit soort ingrepen een te groot risico zou inhouden, heel sterk is afgenomen. Deze operatietechniek, die precies dezelfde is als bij de klassieke cataractoperatie, wordt in principe niet uitgevoerd voor de leeftijd van 45 jaar en dit omdat, door het verwijderen van de lens, ook het normale scherpstelsysteem, de accommodatie, verloren gaat. Na een dergelijke operatie kan men dus niet meer scherpstellen in functie van de afstand zoals jonge personen dat kunnen. Speciale lensinplanten kunnen dt eUVel in zekere mate opvangen. Zogenaamd accommodatieve lenzen zouden een geringe mate van accommodatie kunnen bieden; multifocale lenzen bevatten meerdere brandpunten, waardoor kijken op verschillende afstanden mogelijk is, zij het met een licht verlies van beeldscherpte. Het is aan de goed ingelichte patiënt om, in samenspraak met de oogchirurg, uit te maken of hij de risico's, inherent aan dit soort ingrepen, wil lopen, en voor welk type lens er wordt gekozen. Meer informatie over de ingreep, de risico"s en het soort lenzen vindt u onder de klassieke oogchirurgie in de rubriek cataract